Het parochieverband

Notitie van het aartsbisdom Utrecht, september 2004

De verrezen Heer heeft aan zijn leerlingen de opdracht gegeven om "alle volkeren tot leerling" te maken (zie Matteus 28, 19-20). Zo hebben wij vandaag de opdracht om te getuigen van Jezus Christus. In de afgelopen jaren moeten we constateren, dat wij in onze parochies steeds minder mensen bereiken met de verkondiging van het Evangelie.

Een parochie kan het niet meer op haar eentje. Alleen gezamenlijk kunnen parochies nieuwe missionaire activiteiten ontwikkelen. Zo ontstaat een netwerk van plaatselijke geloofsgemeenschappen en groepen, hecht verbonden in geloof en liefde door de ene Heer en zijn Geest, en tegelijk open naar buiten met een grote missionaire opdracht. Deze plaatselijke geloofsgemeenschappen zullen zelf medeverantwoordelijk zijn voor het pastoraat. In dit nieuwe parochieverband zal er een eerste en blijvende aandacht moeten zijn voor de vraag: wat betekent de Blijde Boodschap van Jezus Christus voor ons en hoe kunnen we daarvan getuigen? Daarnaast is het ook van belang stil te staan bij de vraag: hoe kunnen bestuur en pastorale organisatie goed worden ingericht? Voor deze laatste vraag wordt in deze bijlage een handreiking gegeven

Inleiding

De verrezen Heer heeft aan zijn leerlingen de opdracht gegeven om "alle volkeren tot leerling" te maken (zie Matteus 28, 19-20). Zo hebben wij vandaag de opdracht om te getuigen van Jezus Christus. In de afgelopen jaren moeten we constateren, dat wij in onze parochies steeds minder mensen bereiken met de verkondiging van het Evangelie. Het aantal regelmatige kerkgangers wordt steeds kleiner. En toch is het Evangelie bedoeld voor alle mensen, niet alleen voor de kerkgangers. Bovendien zien we, dat er onder al die mensen, die niet (meer) in de kerk komen veel behoefte leeft aan bezinning en gebed. Velen hebben interesse in het Evangelie, in wat er leeft in de kerk. Kortom, er zijn veel kansen om van het Evangelie te getuigen. Met Jezus mogen we zeggen: de velden staan wit van de oogst. Alleen, we hebben te weinig arbeiders voor de oogst. Het aantal vrijwilligers wordt minder en ouder en ook het aantal pastorale beroepskrachten neemt af. Bovendien voelen de meesten zich al overladen met werk. Waar haal je de tijd en de energie vandaan, om initiatieven te ondernemen gericht op die vele geïnteresseerde "buitenstaanders" Wij zoeken in drie richtingen een antwoord op deze vraag. Op de eerste plaats raden we parochies aan: vraag jezelf bij alle bestaande activiteiten af, in hoeverre het mogelijk is om ze toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor mensen van buiten de kring van vaste kerkgangers. Vervolgens stellen we voor, om in te krimpen op tijd en menskracht bij activiteiten, waarbij we praktisch alleen de vaste kerkgangers bereiken. Dit betekent vermindering van service aan de vaste kerkgangers. Deze vermindering in kwantiteit hoeft overigens geen vermindering van kwaliteit te betekenen. Door dit inkrimpen ontstaat er bij allen tijd en ruimte, om nieuwe activiteiten te ontwikkelen voor de "buitenstaanders". Op de derde plaats stimuleren we dat de kleiner wordende groep priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers gaan samen werken in een pastoraal team van tenminste vier fulltime personen en daarbinnen hun werk taakgericht verdelen. We hebben daarvoor vier profielen gekozen: catechese, liturgie, diaconie en gemeenschapsopbouw. En tenslotte stimuleren we ook parochies om samen te werken. Een parochie kan het niet meer op haar eentje. Alleen gezamenlijk kunnen parochies nieuwe missionaire activiteiten ontwikkelen. Zo ontstaat een netwerk van plaatselijke geloofsgemeenschappen en groepen, hecht verbonden in geloof en liefde door de ene Heer en zijn Geest, en tegelijk open naar buiten met een grote missionaire opdracht. Deze plaatselijke geloofsgemeenschappen zullen zelf medeverantwoordelijk zijn voor het pastoraat. Zij werken nauw met elkaar samen onder één bestuurlijke leiding en één pastorale leiding. In deze bijlage beperken we ons tot deze vierde richting: het samenwerken in een parochieverband. Het gaat hierbij niet om het samenwerken op zich. Als achterliggende vraag staat centraal: hoe vinden we een goede structuur van samenwerking, waarin we zo goed mogelijk antwoord kunnen geven op Jezus' roep, alle mensen tot zijn leerlingen te maken? De structuur staat dus in dienst van het doel. Dit doel moeten we telkens voor ogen houden: zelf leerling worden van Jezus door het Evangelie bron van gebed en leven te laten zijn en tevens anderen tot zijn leerlingen te maken. In dit nieuwe parochieverband zal er een eerste en blijvende aandacht moeten zijn voor de vraag: wat betekent de Blijde Boodschap van Jezus Christus voor ons en hoe kunnen we daarvan getuigen? Daarnaast is het ook van belang stil te staan bij de vraag: hoe kunnen bestuur en pastorale organisatie goed worden ingericht? Voor deze laatste vraag wordt in deze bijlage een handreiking gegeven.

Een groeiproces

De opbouw van deze nieuwe parochieverbanden en pastorale teams is een groeiproces. Daarvoor hebben we een route uitgezet op weg naar 2010. Een eerste stap in dit proces is het bijeenbrengen van de huidige parochies in een parochieverband. Onze verwachting is dat er ongeveer 45 parochieverbanden zullen ontstaan binnen 5 nieuwe dekenaten. We hebben gemerkt dat parochies en pastorale beroepskrachten die lange tijd zelfstandig hebben gefunctioneerd, tijd nodig hebben om zich ervan bewust te worden dat samenwerking niet van de ene op de andere dag te realiseren is. Samenwerking is een proces dat verloopt met vallen en opstaan. Er is geduld en moed nodig om samen te kunnen zoeken naar nieuwe wegen voor de toekomst. Op dit moment is er sprake van een grote ongelijktijdigheid in het samenwerken van parochies en pastorale beroepskrachten. Er zijn verschillen aan te wijzen tussen stad en platteland, tussen diasporagebieden en plaatsen met een hoog percentage katholieken. Deze verschillen hebben ertoe geleid dat het samenwerken verschillende vormen heeft gekregen. In elk parochieverband en elk pastoraal team zullen de deelnemers aan het opbouwproces vertrekken vanuit de samenwerkingsvormen die tot nu toe zijn ontstaan. Bij het opbouwen van deze samenwerking hebben parochies in veel gevallen gebruik gemaakt van de brochure Samenwerking en samengaan van parochies. Ter ondersteuning van het groeiproces naar de nieuwe parochieverbanden heeft de Diocesane Dienstverlening een extra 7even cahier uitgegeven Groeien naar een parochieverband. Dit cahier beschrijft verschillende stappen, die tijdens de opbouw van deze nieuwe parochieverbanden, kunnen worden gezet. Met de dekenaten is afgesproken dat zij deze processen actief zullen begeleiden. De concrete afspraken daarover vindt u terug in de map Op weg naar missionaire geloofsgemeenschappen, met name in de bijlage over de Begeleiding van het samenwerken. De dekenale begeleider kan ook concrete ervaringen van elders inbrengen. In elk opbouwproces zal steeds een zorgvuldige afweging moeten worden gemaakt over de te zetten stappen. Daarbij blijft voorop staan dat het gaat om een proces van vernieuwing, waardoor we opnieuw op het spoor kunnen komen op welke wijze de evangelische opdracht het beste vorm kan krijgen. De ervaring leert dat een stevig, groot verband, binnen een goede bestuurlijke en voorwaardenscheppende structuur, nodig is om deze opdracht concreet vorm te geven.

De bestuursvorm

Het parochieverband wordt een samenwerkingsverband van meerdere parochies en / of rectoraten. Dit verband heeft ook een organisatie nodig. Samenwerken gaat nu eenmaal niet vanzelf. In de beschrijving van deze organisatie maken we onderscheid tussen de bestuurlijke leiding en de pastorale leiding. De bestuurlijke leiding van een parochieverband kent op dit moment twee vormen. Dat is een direct gevolg van de wijze waarop het samenwerken van parochies zich tot nu toe heeft ontwikkeld. 1) In een aantal gevallen hebben parochies hun onderlinge samenwerking vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. In dat geval is er sprake van een stuurgroep op het niveau van het parochieverband en van parochiebesturen op het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap (zie bijlage 1, model A). De parochiebesturen zijn allereerst verantwoordelijk voor het parochiële vermogen en de doelmatige aanwending daarvan. Verder adviseren zij het pastoraal team over het pastorale beleid. Op het niveau van het parochieverband formuleren zij in gezamenlijk overleg het gemeenschappelijk (pastoraal) beleid en stellen zij de daarvoor benodigde middelen beschikbaar. De voorbereiding van de besluitvorming en de uitvoering van de gemaakte afspraken wordt toevertrouwd aan de stuurgroep. Voor de samenwerkingsovereenkomst, die als basis dient voor deze samenwerkingsvorm, hebben we een nieuw model ontwikkeld (zie bijlage1). Dit model dient in dat geval gebruikt te worden. Dit is een eerste stap op weg naar een fusie. 2) In andere verbanden is de samenwerking al zover gevorderd dat parochies er voor hebben gekozen te fuseren en samen een nieuwe parochie te vormen. In dat geval is er sprake van één parochiebestuur en worden op het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschappen pastorale deelraden gevormd (zie bijlage 2, model B). Met het parochiebestuur bespreken de pastorale deelraden belangrijke beleidsvragen, die de koers van de nieuwe parochie raken en die te maken hebben met de opdracht om te werken aan de opbouw van missionaire geloofsgemeenschappen. Het parochiebestuur is voorwaardenscheppend, de pastorale deelraad draagt op het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap zorg voor de benodigde planning en evaluatie. De pastorale leiding in deze nieuwe parochieverbanden is in handen van het pastoraal team. De leden van dit team dragen samen de verantwoordelijkheid voor het geheel van het pastoraat in het parochieverband. Daarbinnen draagt de pastoor de eindverantwoordelijkheid voor het geheel (cf. canon 515, par. 1). Dit hebben we verder uitgewerkt in de bijlage over Het pastoraal team. Zodra de besturen hun samenwerking in een overeenkomst hebben vastgelegd of zodra de fusie heeft plaatsgevonden, krijgen de leden van het pastoraal team een benoeming voor het gehele parochieverband en wordt hen een profiel toegewezen. Onze inzet is er dus op gericht dat de nieuwe parochieverbanden stapsgewijs toewerken naar een fusie. Er ontstaat dan een bestuursvorm waarin het parochiebestuur op hoofdlijnen bestuurt en waarin een aantal pastorale deelraden zorgdragen voor de aansturing van pastorale activiteiten van plaatselijke geloofsgemeenschappen, van bewegingen en groepen. Op deze wijze zullen gaande de weg meerdere nieuwe parochies ontstaan.

Het parochiebestuur

In de eerste jaren staat het parochiebestuur voor de moeilijke opdracht om tot een integratie van de 'oude parochies' te komen. Een integratie die enerzijds recht doet aan het verlangen naar kleinschaligheid en een herkenbare eigen identiteit en die anderzijds ruimte moet scheppen voor nieuwe vormen van missionair pastoraat. Bij de uitvoering van deze moeilijke en uitdagende opdracht kan en mag het bestuur rekenen op de nodige ondersteuning en begeleiding vanuit dekenaat en bisdom. Het parochiebestuur draagt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer van de middelen van de parochie, het personeel (beroepskrachten en vrijwilligers), de financiën (het beheer van het vermogen, de begroting en de jaarrekening), de gebouwen (kerken en pastorieën) en de kerkhoven, het centrale secretariaat en de ledenadministratie. Het beleid dat het bestuur ten dienste van dit beheer formuleert dient te passen binnen de beleidskaders die het bisdom en het dekenaat daarvoor aangeven. Het dient bovendien rekening te houden met de eigen pastorale verantwoordelijkheid van het pastoraal team. Twee keer per jaar organiseert het bestuur een overleg met de pastorale deelraden. Op de agenda staan dan het gemeenschappelijke beleid, het jaarverslag, de gezamenlijke begroting en de toe te kennen budgetten. Deze budgetten worden toegekend op basis van de pastorale plannen en de bijbehorende begrotingen, die de pastorale deelraden jaarlijks aan het bestuur voorleggen. Dit betekent dus dat het parochiebestuur plaatselijke geloofsgemeenschappen en groepen binnen de parochie faciliteiten biedt om te werken aan hun missionaire opdracht. Het vervult de werkgeversfunctie voor de leden van het pastoraal team, voor andere functionarissen in loondienst en stimuleert het ontwikkelen van een actief vrijwilligersbeleid. Het stelt ruimten beschikbaar voor bijeenkomsten en vieringen. Het geeft de inspiratie van het dekenaal en diocesaan beleid door en omgekeerd. Het neemt taken op zich die de plaatselijke geloofsgemeenschappen te boven gaan, bijvoorbeeld het overleg met de overheid en met andere kerkelijke en maatschappelijke instellingen.

De pastorale deelraad

Binnen de hoofdlijnen die het parochiebestuur en het pastoraal team hebben aangegeven, dragen de pastorale deelraden zorg voor de benodigde planning en evaluatie. Daartoe dient de deelraad jaarlijks een werkplan in en een bijbehorende begroting. Nadat het werkplan door het bestuur is goedgekeurd en een budget is toegekend, beheert de deelraad dit budget. Tegelijk met het indienen van het werkplan legt de deelraad verantwoording af van het door haar gevoerde beleid. Indien gewenst kan aan de pastorale deelraad ook het dagelijks beheer van onroerende goederen worden toevertrouwd. Daarbij blijft het parochiebestuur in deze de eindverantwoordelijke. De besluitvorming over substantiële uitgaven voor voorzieningen en steunpunten ligt immers uitsluitend bij het bestuur en bij eventuele andere instanties, die de investerings- en beheerslasten dragen, bijvoorbeeld het bisdom en / of het dekenaat. De pastorale deelraden worden samengesteld uit mensen die binnen het betreffende deelgebied wonen of daarbij betrokken zijn. Voor de uitvoering van haar activiteiten kan de pastorale deelraad ook actief samenwerken met andere kerkelijke en niet-kerkelijke instellingen en organisaties ter plekke. Zij dient daarbij rekening te houden met wat hieromtrent diocesaan en dekenaal is vastgelegd

De coördinatie van het pastoraat

Wanneer het gaat om de coördinatie van het pastoraat, onderscheiden we twee niveaus: het niveau van het parochieverband en het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap. Op het niveau van het parochieverband komt deze coördinatie voor rekening van het pastoraal team, en op het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap draagt de pastoraatsgroep deze verantwoordelijkheid. Omdat het bij deze coördinatie om de uitvoering van het pastoraat gaat, zien wij op beide niveaus kansen voor een goede samenwerking met religieuze groepen of nieuwe bewegingen, die in het gebied actief zijn.

Het parochieverband

Op het niveau van het parochieverband heeft het pastoraal team tot taak om pastoraal leiding te geven aan de plaatselijke geloofsgemeenschappen. Dit omvat drie taken: het uitzetten van een pastoraal inhoudelijke koers; de zorg dat de gemeenschappen inhoudelijk op koers blijven; en de uitvoering van het pastorale werk In dit pastoraal team werken priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers met elkaar samen, niet als 'alleskunners' die ieder voor zich ook zelf alles kunnen, maar als 'specialisten' volgens vier profielen. We hebben dit verder uitgewerkt in de bijlage over het Pastoraal team. In een aantal parochieverbanden vervullen ook onbezoldigde diakens en toegeruste vrijwillig(st)ers taken ten dienste van het gehele verband. Wanneer dit het geval is nodigt het pastoraal team hen uit voor een groot pastoraal team dat maandelijks bijeenkomt. Ook emeriti die een bijdrage leveren aan het pastorale werk in het parochieverband, kunnen hiervoor worden uitgenodigd. Het vormen van dit groot team biedt bovendien de mogelijkheid het overleg met werkers in specifieke projecten en in categoriale vormen van pastoraat te organiseren. In de afgelopen jaren zijn in meerdere parochies op de verschillende pastorale werkvelden (liturgie, catechese, diaconie en gemeenschapsopbouw) beraden ontstaan. Zij hebben vooral een coördinerende rol en leveren een belangrijke bijdrage aan de voorbereiding en de uitvoering van het pastorale beleid. Zij zijn tot nu toe samengesteld vanuit de verschillende werkgroepen die binnen dat werkveld actief zijn. Ook in de nieuwe parochieverbanden is het van belang binnen de verschillende pastorale werkvelden (nieuwe) inhoudelijke lijnen uit te zetten naar de toekomst. Wij stellen voor dat deze beraden interparochieel gaan functioneren en een belangrijke ondersteuning worden voor de geprofileerde leden van het pastoraal team. Deze beraden kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de pastoraal inhoudelijke beleidsontwikkeling enerzijds en aan de coördinatie van de pastorale activiteiten binnen dat werkveld anderzijds. Deze beraden nieuwe stijl kunnen het beste functioneren wanneer zij niet worden samengesteld uit vertegenwoordigers van werkgroepen, maar op basis van de deskundigheid die voor dat werkveld nodig is.

De plaatselijke geloofsgemeenschap

Binnen de plaatselijke geloofsgemeenschap zijn er velen die actief werk willen maken van hun geloof. Daardoor zijn zij mededragers van het pastoraat geworden. Een aantal van hen coördineert de pastorale activiteiten ter plekke en ziet toe op de goede voortgang van het pastoraat. Zij zijn aangesteld als pastoraatsgroep. We hebben dit verder uitgewerkt in de bijlage over de Pastoraatsgroep.

Het parochiesecretariaat

Wanneer het gaat om het secretariaat onderscheiden we opnieuw twee niveaus: het niveau van het parochieverband en het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap. Op het niveau van het parochieverband denken we aan een centraal secretariaat en op het niveau van de plaatselijke geloofsgemeenschap aan plaatselijke steunpunten, die een belangrijke inloopfunctie hebben. We hebben dit verder uitgewerkt in de bijlage over Het parochiesecretariaat en in het 7even cahier Secretariaat in parochieverband. De opbouw van een centraal secretariaat in het parochieverband en plaatselijke steunpunten gebeurt stapsgewijs. Net als het nieuwe parochieverband moet ook dit gaande de weg groeien en vorm krijgen. In de huidige situatie kan het zijn dat binnen het beoogde verband op meerdere plaatsen nog secretariaten functioneren. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat deze van de ene op de andere dag worden gesloten en vervangen door een nieuw centraal secretariaat. Het ligt voor de hand om in goed overleg deze secretariaten geleidelijk in te voegen in het nieuwe parochieverband en een bij de plaatselijke situatie passende nieuwe functie te geven. Op deze wijze kunnen de verschillen tussen de situatie in de stad en de meer landelijke omgeving met verspreid liggende woonkernen op de best mogelijke wijze gehonoreerd worden In de periode waarin het parochieverband in ontwikkeling is zullen de stuurgroep of het parochiebestuur en het pastoraal team stap voor stap kunnen en moeten beslissen welke werkzaamheden en taken waar worden behartigd en ondersteund. De opbouw van een centraal secretariaat en een aantal plaatselijke steunpunten zal van het parochieverband een flinke investering vragen, maar een die naar we mogen verwachten zich dubbel en dwars terug zal betalen.

De begeleiding van het samenwerken

Het behoort tot de taken van het dekenaat om parochies te ondersteunen. In goed overleg is ervoor gekozen om de verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de opbouw van de nieuwe parochieverbanden toe te vertrouwen aan het dekenaat. Het dekenaat zal daartoe een beroep doen op gekwalificeerde bestuurd(st)ers en / of de dekenale beleidsmedewerk(st)er. Tijdens dit begeleidingsproces zal niet alleen de bestuurlijke en organisatorische inrichting van de nieuwe verbanden aan de orde komen, maar ook de pastoraal inhoudelijke koers die het nieuwe verband wil uitzetten (zie hiervoor het eerder genoemde 7even Cahier Groeien naar een parochieverband). De begeleiding van de pastorale teams is toevertrouwd aan de personeelsdienst van het bisdom, dit in goed overleg met het dekenaat. Voor de concrete uitvoering zal een beroep worden gedaan op de diocesane pastorale dienstverlening. Ook de dekenale opbouwwerkers zullen hier actief bij worden betrokken. Meer over de begeleiding is te lezen in de bijlage over Begeleiding van het samenwerken.