OnderwerpenFoto AlbumsPublicaties |
Rond AllerzielenEen van de kenmerken van onze tijd is haast. Alles moet snel. Zo gaat het ook met het omgaan met verdriet. Het moet snel voorbij zijn. Haast dagelijks hoor ik de klacht: "Niemand praat nog over mijn kind, mijn moeder, mijn man". Verzwijgen en vergeten hebben de plaats ingenomen van gedenken, openlijk herinneren. Er is minder ruimte voor menselijk verdriet. Wie op hoge of hogere leeftijd een dierbare verliest, krijt al gauw te horen: "Het was toch een mooie leeftijd". Er zijn mensen die meemaken dat iemand sterk geestelijk of lichamelijk hulpbehoevend wordt en niet meer voor zichzelf kan zorgen. Als die hulpeloze dan overlijdt, horen nabestaanden vaak: Het is maar het beste zo. Het was niets meer." Je kunt als naaste ook zelf een gevoeld van opluchting hebben als de ander na vele jaren van zorg uit zijn lijden is. Tegelijk kan er ook een leegte zijn. Je kunt de ander niet meer bezoeken. Er is een gat gevallen. Jarenlange zorg is teneinde gekomen. Wie soms dagelijks iemand bezocht in het verpleeghuis, moet nu zijn dag anders inrichten. Ik weet dat er mensen zijn die de afdeling missen, het contact met de andere bewoners en met sommige medewerkers. De hoge leeftijd is niet een echte troost. Echte troost is veel meer: mogen gedenken, over de ander kunnen praten. Herinneringen ophalen, verhalen vertellen. Niet iedereen heeft alleen maar goede herinneringen. Soms zijn er ook pijnlijke herinneringen, soms is er boosheid om wat gebeurd is. Ook dat verdient aandacht en moet herdacht worden. Verdriet, boosheid moet niet ingeslikt worden, maar doorleefd, 'doorgewerkt'. Allerzielen gedenkt de overledenen. Zij zijn nog niet voorbij. Zij leven nog bij ons. In onze herinneringen, in onze verhalen. Tegelijk beseffen we ook steeds meer: ze zijn niet meer bij ons. Ze zijn in een ander weten. Ze zijn waar wij nog niet kunnen zijn. Allerzielen is een belangrijke dag voor ons. We hoeven de overledenen niet te vergeren. We mogen ze gedenken. We ontsteken een kaars bij hun naam en gedenken hoe zij een licht waren in dit leven, voor ons en voor anderen. Wij spreken onze verwachtingen uit dat zij zijn in het andere LICHT waar geen dood meer is, geen rouw. Het gedenken kan ons inspireren om niet bij de dood te blijven, maar verder op weg te gaan. Verder te leven niet zonder verlies, maar mét het verlies. Wie verdriet doorleeft tot op de bodem kan tot een nieuwe kracht komen. Wie door het graf van de dood heengaat, soms een lange tunnel, een donkere put, die zal de ochtend van de verrijzenis, van de opstanding, de ochtend van het nieuwe perspectief zien.
Marinus van den Berg; in:
De kracht van weerloze liefde. isbn: 90-242-9254-9 De november maand begint met herinneren en gedenken van alle grote en kleine heilige mensen die ons zijn voorgegaan in leven en sterven. Dagen die ook moeilijk kunnen zijn, omdat het verlies nog maar vers is, of omdat je juist in deze dagen de pijn van het gemis sterker ervaart. Begin november delen we die pijn en dat gemis ook samen. Als geloofsgemeenschap verzamelen we ons in de kerken om de namen van de dierbaren te noemen. We zetten een bloem op het graf, of besteden extra aandacht aan de gedenkplaats in ons huis. Ook kan het zijn dat u behoefte heeft aan een luisterend oor, een arm die troost of een hand die vasthoudt. Weet dan, dat u altijd iemand uit de bezoekgroepen van de parochies of één van de pastores kunt vragen om er voor u te zijn. Belt u even. Een afspraak is gauw gemaakt! Ik hoop dat u de warmte voelt van mensen die uw verdriet willen delen. Weet dat het Licht van Pasen brandt.
Het Licht van de nieuwe toekomst, hoe schemerig ook. |