OnderwerpenFoto AlbumsPublicaties |
Niet zien en toch geloven...Vroeger zag je de pastor - die toen nog pastoor heette en nooit of te nimmer een vrouwtje was! - vaak door het dorp rijden of lopen. (Door het éne dorp waar hij pastoor van was, let wel, en niet door zeven tegelijk!) Dan ging meneer pastoor op huisbezoek. En dat was één van zijn belangrijkste taken. Tegenwoordig hoor ik mensen verzuchten: "Die pastores, je ziet ze nergens! Wat voeren ze eigenlijk uit?" En die mensen hebben gelijk: het werk van een pastor of pastoraal werkende speelt zich nu vaak af achter gesloten deuren. Om te beginnen achter de deuren van de auto's, waarmee we naar onze werkplekken rijden. Je moet de nummerborden van de pastores haast uit je hoofd kennen, anders heb je een goede kans dat ze langsflitsen zonder opgemerkt te worden. Maar ook achter de deuren van de parochiecentra of van gewone huizen, waar werkgroepen bijeenkomen. Heel vaak zijn er pastores bij, als coaches voor de vrijwilligers. Maar ja, de vrijwilligers zijn dan wel de enigen die de pastores aan het werk zien... En ook achter de deuren van de eigen werkkamer zijn pastores druk! Neem het beantwoorden van de post. Een bijzaak? Een groot deel van de communicatie tussen pastores en secretariaten en groepen en bestuurders en noem maar op gaat tegenwoordig via e-mail. Zelf ben ik elke dag wel een uurtje in mijn werkkamer bezig alles te verwerken en te beantwoorden. Of het voorbereiden van avonden voor specifieke groepen: ouderavonden, cursusavonden, ontmoetingsavonden... Die organiseren zich inhoudelijk niet vanzelf. Aan twee uurtjes bijeenkomst gaan soms wel twee dagdelen voorbereiding vooraf. Internet is daarbij vaak onmisbaar als inspiratiebron en 'schatkist van mogelijkheden'. Maar wie ziet je aan het werk als pastor, soms tot in de nachtelijke uurtjes? Precies, niemand. Dan zijn er nog de deuren van het dekenaat, waarachter gewerkt wordt. Regelmatig komen alle pastores met hetzelfde profiel (lees: specialisatie, zoals catechese of liturgie) een dagdeel bij elkaar om van elkaar te leren en elkaar op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen. Beginnende pastores - en dat ben je als pastor maar liefst vijf jaar lang - volgen samen met andere beginnende pastores uit het bisdom twee keer per jaar een tweedaagse over een specifiek onderwerp uit de pastorale praktijk. De laatste keer ging het over de lectio divina. Dat is een methode om samen of in je eentje Bijbelteksten zó te lezen, dat je de beste kans loopt erdoor geïnspireerd te worden. Onmisbaar wanneer je als pastor wilt werken aan geloofscommunicatie binnen bijv. liturgische werkgroepen! Maar wie ziet je aan het werk, daarginds op Dijnselburg? Alweer: niemand. Hoogstens stoot er iemand zijn neus, die een juniorpastor tijdens die dagen niet te pakken krijgt: "Zie je wel, ze zijn er ook nooit!" Kunnen we het anders doen als pastores, meer zichtbaar, transparanter? Kunnen we beter bereikbaar zijn voor parochianen? Hoe optimaliseren we het contact - écht contact, meeleven - met alle geledingen in ons parochieverband? Hoe kunnen we binnen het grotere verband van onze zeven parochies u als parochianen toch laten merken, dat we er voor u zijn? Vragen waar ik niet zo 1-2-3 het antwoord op weet.Als u het wél weet mag u het zeggen, graag zelfs. Maar tot dan blijft voor parochianen en besturen het werk van de pastores regelmatig een kwestie van: niet zien en toch geloven... Aan dat geloof werd onlangs namens u allen door de vice-voorzitters van de parochiebesturen concreet vorm gegeven. Met een mooi boeket bloemen en een schriftelijk bedankje voor elke pastor, bij gelegenheid van roepingenzondag. Mijn boeket staat midden op tafel in mijn woonkamer.Hartverwarmend! Heel erg bedankt! Myriam Hent, pastoraal werkster |