Al ben je nu een prins met Carnaval,
als broers en zussen zijn wij in Gods ogen
Eén Heer en God bestuurt het groot heelal.
Hij ziet naar ons met eeuwig mededogen.
Beluister deze preek,
op de eerste dag der week.
Wie rondkijkt in de wereld, ziet veel leed,
maar ook genoeg is er om voor te danken.
De één heeft honger, heeft het niet te breed,
een ander weet niet hoe hij af moet slanken.
Dus luister wat ik zeg:
ik toon u Jezus' weg.
U kent vast de parabel van het glas:
is het half vol, of half leeg gedronken?
De een ziet naar wat er net nog was,
de ander loopt met wat hij hééft te pronken.
De een is pessimist,
de ander optimist.
Half vol, half leeg, dat maakt toch geen verschil?
Wat wel verschil maakt, is: hoe mensen kijken.
Als iemand goede dingen niet zien wil,
kan hij heel snel voor doemdenken bezwijken.
Zo iemand bouwt een muur
en maakt zijn leven zuur.
Toch denken velen aan zichzelf alleen:
't is: Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken
Wij kunnen echter -naar ik meen -
over voldoende rijkdommen beschikken.
Wij komen niets tekort,
heel veel gaat naar de stort.
Dat afval zorgt bij ons voor een probleem
want langzaam zijn wij hier door troep omgeven.
Wij hebben dus zoveel in ons systeem
dat zelfs de helft genoeg is om te leven.
Want ga je straks in je graf,
dan geef je toch alles af.
Ik denk soms: "Welvaart brengt ons geen geluk.
Geweld en drugs, en velen ontevreden,
en zelfs het leven maken ze nu stuk,
en om het minste wordt al vlot gestreden.
Is dat nu christelijk?
't Is misselijk.
In het evangelie sprak de Heer:
"Doet vol die vaten met veel water,
en maak je nu geen zorgen meer,
het feest moet doorgaan," een beeld van later.
Want in Gods koninkrijk
is overvloed voor arm en rijk.
Ik weet dat velen leven naar Gods wil:
doen al wat goed is om de Heer te dienen.
Meestal gebeurt het goede heel erg stil:
liefde is nederig van origine.
Je moet het enkel zien:
de Heer geeft hen een tien!
Op Carnaval geeft God dus goede raad.
Hij maakt geen onderscheid tussen de mensen.
Doch hier op aarde is er nog veel haat.
Is het niet beter om elkaar iets goeds te wensen?
Leef volgens Jezus' geest,
Want God gaf ons de regen en de zon.
Hij geeft zowel aan goeden als aan kwaden.
Wij putten allen uit dezelfde bron.
Dus waarom zouden wij elkaar versmaden?
De mensen zijn gelijk,
Het feest van Carnaval brengt mensen leut.
Maar is geluk niet iets voor alle dagen?
Zou het niet komen door die flinke neut,
dat grenzen tussen mensen nu vervagen?
Wat geldt voor Carnaval
moet gelden altijd en overal!
Gods liefde is geweldig, onbegrensd.
Wij mogen zijn een spiegel van die liefde.
Het is de Heer die vrede wenst,
zelfs als de een de ander wel eens griefde.
Deel vrolijk met elkaar:
zo wordt Gods koninkrijk hier waar.
Met Carnaval draagt elke prins een steek,
maar God alleen is heer over deze aarde.
Wat ik bedoel met deze rijmelpreek:
ieder mens is voor de Heer van grote waarde.
Hij geeft ons dagelijks brood
én leven na de dood.
U weet dat onze Heer en God graag lacht.
Hij wil dat allen in die vreugde delen.
Komt na de laatste Carnavalsnacht
weer naar de kerk van God met velen.
Hier spreek ik als pastoor,
ik zeg u allen: hoor:
Aswoensdag, na het feest, wordt u ook verwacht:
het askruisje krijgen christenen tezamen.
Zorg zo dat onze God dan weer eens lacht,
zo preek ik u door Jezus Christus. Amen.
En dit is echt het slot.
Het laatste woord heeft God.
Met enkele wijzigingen overgenomen van Bisdomblad 19- 2- 1993 Ludo Baeten
Preek gehouden door Pastor Lammers tijdens de carvanavalsviering