Onderwerpen |
Het woord van God horen en het bewaren (Lucas 11, 28)Het gebeurde een keer dat Jezus sprak over het koninkrijk Gods. Terwijl hij sprak, werd een vrouw zo geraakt door zijn woorden, dat zij Jezus toeriep: 'Gelukkig de schoot de u heeft gedragen, en de borsten waaraan U hebt gezogen'. Wat mag een moeder gelukkig zijn met zo'n geweldige zoon! In zijn reaktie gaat Jezus nog een stapje verder: er is een nog groter geluk: 'gelukkig zij die het woord van God horen en het bewaren'. Kort tevoren had Hij al gezegd: 'Mijn moeder en mijn broers zijn zij die het woord van God horen en doen'(Lucas 8, 21). Vanaf Mozes doen de profeten telkens de oproep aan het volk Israël om te luisteren naar Gods woord. De oproep 'Luister Israël!' gaat vooraf aan het allereerste gebod van de liefde (zie Deut. 6, 4 en Marcus 12, 28-34). Voor Mozes en de profeten is Gods woord bron van leven. Gods woorden geven de richting aan, hoe het volk Israël, hoe iedere mens gelukkig kan worden. Jezus staat in deze traditie. Het is zijn leven. Hij spreekt het duidelijk uit: 'Mijn voedsel is de wil dien van Hem die Mij gezonden heeft en het werk volbrengen dat Hij Mij heeft opgedragen'(Joh 4, 34). Het is zijn voedsel. Hij leeft ervan, te luisteren naar het woord Gods en het te volbrengen. Als de verrezen Heer zijn leerlingen uitzendt om alle volken tot leerling te maken, geeft Hij ze de opdracht mee 'leer hen alles onthouden wat ik jullie geboden heb'(Matt. 28, 16-20). We kunnen christen zijn, leerlingen van Jezus, als we telkens opnieuw luisteren naar Gods woord. Alleen door te luisteren vinden we antwoord op de wezenlijke vragen: wie ben ik? waar leef ik voor? wie is God? wat is Gods bedoeling met mij? wat kan Jezus voor mij betekenen? waar komt het echt op aan? wat mag ik verlangen, wat mag ik hopen? hoe word ik gelukkig? hoe kan ik iets betekenen voor het geluk van anderen? Juist nu we op weg zijn naar missionaire geloofsgemeenschappen, is het van belang dat wij allen regelmatig luisteren naar het woord Gods. We kunnen het niet langer aan priesters, diakens en pastoraal werk(st)ers overlaten. We zullen zelf vertrouwd moeten raken met het woord Gods, om ernaar te leven en om er over te kunnen vertellen aan anderen. In vergelijking met de protestanten hebben wij katholieken een grote achterstand, als het gaat over de vertrouwdheid met het woord Gods. Dezer dagen komt er een nieuwe gezamenlijke vertaling uit 'De nieuwe bijbelvertaling (NBV)'. Hopelijk kan deze nieuwe vertaling voor ons allen een extra impuls betekenen om het woord van God (te) horen en het (te) bewaren. Het luisteren naar Gods woord heeft een prominente plaats in allerlei vormen van liturgie. Het is als de natuurlijke setting: Gods woord gelezen en gehoord in het midden van de geloofsgemeenschap. Na de lezing is er ruimte voor de verkondiging. De predikant heeft de opdracht om de gehoorde woorden te vertalen naar onze leefwereld vandaag: dat de oude woorden voor ons woorden ten leven kunnen worden. We mogen hopen dat we af en toe de ervaring hebben van de leerlingen van Emmaus: 'Was het niet hartverwarmend zoals Hij onderweg met ons sprak en de schriften voor ons opende?'(Lucas 24, 32). Ook het individueel lezen van de heilige schrift kan heel vruchtbaar zijn. In psalm 1, die open deur van het Psalmengebedshuis, wordt de mens gelukkig geprezen, die 'vreugde beleeft aan de Wet van de Heer, ja, dag en nacht daaruit zacht reciteert'(Ps. 1, 2). Het psalmwoord geeft aan dat het om meer gaat dan gewoon lezen, om kennis op te doen. Het gaat om een mediterend verwijlen, zodat de woorden ons hart kunnen raken en in ons vrucht kunnen dragen. Bij deze persoonlijke lezing kunnen we ons laten helpen door een boek, dat onlangs verschenen is bij het boekencentrum met als titel 'Verborgene die bij ons zijt', onder redactie van Wim Dekker. Voor elke dag wordt een schriftlezing voorgesteld en vervolgens wordt er een beknopt spiritueel commentaar gegeven. Vervolgens een gebed en een lied. Een andere mogelijkheid is het lezen van de schrift in een groep. Ik maak het regelmatig mee, dat vergaderingen beginnen met een schriftlezing. Daarna is er 20-30 minuten gelegenheid voor alle aanwezigen, om te zeggen, wat ieder aanspreekt in deze tekst vanuit eigen levensgeschiedenis en geloofservaring. Door persoonlijke geloofsverhalen kunnen wij elkaar inspireren. Tenslotte wordt de tekst opnieuw gelezen. Vaak hoor ik de reaktie: die tweede keer luister je toch anders, de tekst gaat meer tot je spreken. En ook: na een dergelijke geloofsuitwisseling ga je toch anders met elkaar vergaderen. Het luisteren naar elkaars geloofsverhalen krijgt meer kans, als we ruimere tijd nemen om in groep te luisteren naar Gods woord. Bijvoorbeeld in Geloven-Nu groepen, in gezamenlijke bezinning op de zondaglezingen ter voorbereiding van de preek of in een bijbelgroep. Als u zich meer wilt bekwamen in het luisteren naar Gods woord in groepsgesprek, kunt u terecht bij een boekje van een van onze dienstverleners, Nico Derksen, 'Kom en zie', werkboek geloofsgesprek in groepen, Kok Kampen 2003. Van dezelfde auteur is het boekje 'Onder mijn woord' Kok Kampen 2003. In dit laatste boekje wordt ook het bibliodrama beschreven: door een bijbelverhaal te spelen, raak je meer thuis in een verhaal. Bij alle vormen van luisteren - in de geloofsgemeenschap, alleen of in groep - mogen we bedenken, dat we niet alleen naar mensenwoorden luisteren. In de mensenwoorden in de schrift en in de geloofsverhalen mogen we ook de heilige Geest beluisteren, die ons de woorden van de schrift van binnenuit laat verstaan en die, naar de belofte van Jezus: "Jullie leidsman naar de volle waarheid zal zijn" (Joh. 16, 13). |
Samen op weg naar 2010 |