Samenwerken (januari 2002)

Nieuw missionair parochiepastoraat houdt in dat we nieuwe taken opnemen, contact zoeken met nieuwe mensen. Nieuwe taken, dat betekent dus nog meer werk! En we zijn al zo druk. Onder pastorale beroepskrachten hoor je vaak klachten over stress en zware werkdruk. Ook bij veel vrijwilligers zien we vermoeidheidsverschijnselen. En ook teleurstelling: "We doen ons uiterste best en toch zie je dat het minder wordt". Er komen weinig vrijwilligers bij, zodat de actieve vrijwilligers steeds meer taken krijgen, zich steeds zwaarder belast voelen. En dan komt het bisdom of het dekenaat met de oproep om nog meer te gaan doen. Zien ze dan niet dat we al overbelast zijn?

We horen deze verzuchtingen te vaak om er lichtvaardig aan voorbij te kunnen gaan. We mogen de werkdruk niet nog groter maken. Als we nieuwe taken willen oppakken, zullen we bestaande activiteiten moeten minderen. Tot nu toe steken we bijna alle energie in de 20% kerkgangers. Daarbij gaat een groot gedeelte aan tijd en aandacht op in liturgie, met name de viering van de sacramenten. Bijvoorbeeld in de stad Utrecht zijn er ongeveer 40 Eucharistie- of Woord- en Communievieringen, waaraan in totaal ongeveer 2400 mensen deelnemen. Kinderrijke parochies gaan gebukt onder de vele doopvieringen. Voorbereiding en viering van het H. Doopsel vragen veel tijd en energie van priesters.

We zullen hierin radicaal moeten verminderen, om tijd en energie vrij te krijgen voor nieuwe activiteiten. Dat zal ook weer heel veel weerstanden oproepen; kerkgangers en koren raken hun vertrouwde tijd kwijt. Families van dopelingen willen hun eigen tijd bepalen en maken van het Doopsel liefst een intiem familiegebeuren.

Maar het betekent niet alleen vermindering en verlies; er is voor de kerkgangers ook winst: de liturgie kan beter verzorgd worden. Met meer pastores, met meer assistenten, met meer koorzang, met meer kerkgangers. We komen af van weinig inspirerende halflege kerken. De zondagse Eucharistie kan beleefd worden als hoogtepunt van het parochieleven. De viering van het H. Doopsel kan een echte gemeenschapsviering worden. We zoeken onze hoge waardering voor de sacramenten niet in de frequentie, maar in de kwaliteit.

We kunnen ook energie en menskracht besparen door als parochies meer samen te werken. Bijvoorbeeld:tot nu heeft bijna elke parochie een eigen parochieblad, verzorgd door enkele vrijwilligers. Als een aantal parochies samen een parochieblad gaat verzorgen, komen er vrijwilligers vrij. Bovendien kan de kwaliteit van het parochieblad verbeteren. Als parochies samen één secretariaat opzetten, kunnen ze daarvoor een beroepskracht aanstellen. Er komen dan veel vrijwilligers vrij voor ander werk. Als parochies bestuurlijk gaan samenwerken, komen er vele bestuurders vrij.

Als we nieuwe activiteiten oppakken, mogen we hopen dat we ook nieuwe vrijwilligers zullen aantrekken. Bijvoorbeeld uit de voorbereidingsavonden voor het Vormsel zullen enkele ouders bereid zijn, om een volgend jaar als vrijwilliger mee te doen. Onder de 'nieuwe katholieken' zullen er velen zijn die ook als vrijwilliger actief willen zijn. Onder de nieuwe vrijwilligers zullen er velen zijn die zich alleen voor een korte periode willen binden of voor een bepaald project. Maar waarom zouden we niet ook blij zijn met deze beperkte inzet?