Wij willen onze identiteit behouden (maart 2002)

Het is een primaire reactie. Zo gauw de woorden samenwerken in een breder parochieverband vallen, reageren velen: "Ja, maar dan verliezen we onze eigen identiteit. En die willen we graag houden!"

De eigen identiteit van een parochie wordt als een kostbaar goed beleefd. Als je verder vraagt: waarin bestaat jullie identiteit? blijkt het moeilijk deze precies te verwoorden. Het heeft te maken met beleving van 'eigen nestgeur', het ons-kent-ons, de onderlinge vertrouwdheid. Het is de gewoontevorming van: zó gaan we hier met elkaar om, zó doen we het hier. Het kan zitten in de eigen aard van het kerkgebouw, de wijze waarop liturgie gevierd wordt, de aandacht voor diaconie of leerhuisactiviteiten. Soms vinden mensen deze identiteit zó belangrijk, dat ze na een verhuizing trouw blijven aan de 'eigen parochie'. Een groeiend aantal mensen voelt zich niet betrokken bij de parochie waarin ze wonen. Ze kiezen bewust de parochie waar ze zich thuis voelen.

Eigen identiteit is een kostbare gave. Een gave zó kostbaar, dat je haar niet alleen mag willen behouden, maar ook verder moet ontwikkelen. Samenwerken van parochies hoeft niet bedreigend te zijn voor eigen identiteit, maar kan deze juist bevorderen.

Dit geldt allereerst voor de 'eigen nestgeur'. Het hoort bij onze identiteit als christenen, dat we als zusters en broeders met elkaar omgaan. Dat we ons thuis voelen. Dat we elkaar nabij zijn, met elkaar vertrouwd zijn. In het grotere parochieverband moeten er meerdere ontmoetingscentra zijn: de huidige parochie of nog meer. Centra met gastvrouwen en gastheren waar je makkelijk kunt binnenlopen. Plaatsen waar wijkcontactpersonen, bezoekersgroepen en andere werkgroepen bijeenkomen. Ruimtes waar je samen kunt komen voor bezinning en gebed.

Verder is het belangrijk dat elke parochie zich bezint op haar eigen identiteit. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van onze identiteit? Wat zijn onze zwakke kanten? Waar zijn onze blinde vlekken? Met onze sterke punten kunnen we iets betekenen voor onze buurtparochies. Voor onze zwakke kanten kunnen we wellicht een beroep doen op onze buren. Bijvoorbeeld een parochie met een mooi kerkgebouw en een daaraan aangepaste klassieke liturgie kan ook mensen van elders aantrekken, zonder dat sprake is van concurrentie. In een ander kerkcentrum kunnen gezinsliturgie of jongerenvieringen meer tot ontwikkeling komen. In een ander centrum worden meer diaconale initiatieven ondernomen. Het ene centrum leent zich meer voor oecumenische activiteiten, het ander meer voor interreligieuze ontmoetingen. Het ene centrum is sterker in leerhuisactiviteiten, het andere meer in trek bij jongeren. In elk centrum hoeft niet alles te gebeuren. Elk heeft de kans om de eigen sterke kanten, de eigen identiteit verder te ontplooien en te profileren.

Samenwerken vraagt wèl dat we verder dan eigen grenzen kijken. We kunnen ons niet langer opsluiten binnen de eigen vertrouwde groep. We zullen in gesprek moeten gaan met mensen van andere parochies. We zullen contacten moeten zoeken met mensen, die niet tot de vertrouwde kerkgangers behoren. Maar het is goed ons de vraag te stellen: hoort dit niet wezenlijk bij onze identiteit als christengemeenschap? Hoort het niet bij onze identiteit dat we contacten hebben buiten onze parochiegrenzen? Hoort het niet bij onze identiteit dat we missionair zijn? We zien dit in de jonge christengemeenschappen, die we tegenkomen in de Handelingen van de Apostelen en in de brieven van de apostelen. We kunnen ons spiegelen aan de Kerk van het begin. Hier steunen we op een diepere laag in onze identiteit. Onze eigen identiteit gaat verder dan onderlinge verschillen en eigen karaktertrekken. Voor de ontplooiing van eigen identiteit is het goed ons regelmatig de vraag te stellen: wat hoort ten diepste bij onze identiteit als christenen? Zijn we volgelingen van Jezus Christus? Is Zijn Evangelie in onze gemeenschap de levensbron? Krijgt de Heilige Geest onder ons de ruimte? Zijn we onszelf genoeg of leven we van onze verbondenheid met de verrezen Heer? Is het ónze Kerk of Kerk van de Heer? Stilstaan bij de wortels, de bronnen van onze identiteit geeft ruimte om eigen identiteit te behouden en te ontplooien.