Het wordt allemaal te grootschalig (april 2002)

In de dekenaten worden de eerste stappen gezet, om parochies bijeen te brengen in parochieverbanden. Dat geeft schrikreacties: moeten we in zo'n groot verband samenwerken? Vooral op het platteland en in diasporagebieden kunnen de afstanden groot zijn. Kunnen we dit nog wel overzien? Op grote afstand ken je elkaar niet meer. Het dreigt allemaal anoniem te worden, weinig persoonlijk.

Dezelfde verschijnselen en kritieken zie je ook bij gemeentelijke herindelingen. Maar ook in het hele maatschappelijke leven. Kleine winkels in de wijk of in het dorp verdwijnen voor grote supermarkten. De kleine postagentschappen verdwijnen. De kleine ziekenhuizen zijn al verdwenen. Ook voor veel vrijetijdsactiviteiten kunnen we niet meer in eigen wijk of dorp terecht. Denk maar aan sport, muziek en andere culturele zaken. Voor werk en school moeten vaak hele afstanden overbrugd worden.

In kleine dorpskernen zijn vrijwel alle voorzieningen verdwenen op de kerk en de basisschool na. En zou de kerk dan ook moeten verdwijnen? Deze vraag moeten we duidelijk met "Nee!" beantwoorden. Als eerste doelstelling zullen we ons moeten inzetten om de nabije presentie in de wijk of in het dorp te bewaren en verder te ontwikkelen. In mijn schets 'Waarheen zijn wij op weg?' noem ik de PRESENTIE als eerste (Analecta 2001 pag. 145-147).

Maar met het benadrukken van de onvervangbaarheid van deze nabije presentie, moeten we ook constateren dat de afzonderlijke parochies niet alle taken in hun eentje kunnen volbrengen. Te denken valt aan het werven en vormen van het vrijwilligerskader. Nu al klinkt in veel parochies de klacht dat vrijwilligers vergrijzen en dat het moeilijk wordt om nieuwe vrijwilligers te werven. Om een voorbeeld te noemen: de taken van parochiebestuur en PCI-bestuur worden zo ingewikkeld, dat het steeds moeilijker wordt om in elke parochie voldoende deskundige kandidaten te vinden. Het probleem van tekort aan vrijwilligers wordt nog nijpender, als we nieuwe missionaire taken op willen pakken. Een parochie is in haar eentje niet in staat, om een werkgroep op te richten voor mensen die interesse hebben voor de katholieke kerk, om werkgroepen te vormen voor catechetische voorbereiding van doopouders, van ouders bij eerste Communie en Vormsel, van mensen die willen gaan trouwen, om leerhuisactiviteiten te ontwikkelen. Niet elke parochie is in haar eentje in staat om diaconale groepen te bemensen. Geen parochie is in haar eentje in staat om al dele vrijwilligers de nodige inspiratie, vorming en training te geven.

Dit alles is alleen mogelijk als parochies samenwerken en over eigen grenzen heen willen kijken. Net als bij andere activiteiten in het maatschappelijk leven zullen hiervoor grotere afstanden overbrugd moeten worden. Maar net als bij die andere activiteiten zullen we merken, dat er over parochiegrenzen heen nieuwe persoonlijke contacten ontstaan, nieuwe kleine groepen. Waarin mensen zich thuis voelen en zich gekend weten.

Afzonderlijke parochies kunnen slechts een beperkt liturgisch aanbod doen. Door een gebrek aan priesters en aan kerkgangers zal her niet meer mogelijk zijn om in elke kerk elke zondag de Eucharistie te vieren in een goedgevuld kerkgebouw. Daarnaast is er een veelheid van wensen, waaraan elke parochie afzonderlijk niet kan voldoen. Sommigen houden meer van een volkse nabije liturgie, anderen hebben een voorkeur voor een meer plechtige liturgie, voor een gregoriaanse liturgie, voor een jongerenmis of een gezinsviering. Weer anderen laten hun keuze bepalen door de voorganger..In feite zien we al dat velen voor de deelname aan de liturgie de parochiegrenzen overschrijden.

We kunnen ons de vraag stellen of het bij gelegenheden niet zinvol is, om met de parochies in het parochieverband samen te vieren. Ik denk bijvoorbeeld aan de viering bij opening of sluiting van het seizoen, bij gemeenschapsfeesten als processies of schuttersmis, bij grote feestdagen als Witte Donderdag, Pinksteren, een Volkskerstzang, bij een Vormselviering, enz. Daarnaast valt te denken aan nieuwe vormen van liturgie: een Vesperviering, een diaconaal avondgebed, een meditatiedienst, een Taizeviering, enz.

Als parochies samenwerken, kan het liturgisch aanbod groter zijn en kan ook de kwaliteit van de vieringen beter behartigd worden. Geleidelijk aan zullen mensen zich in meer kerkgebouwen thuis voelen. Dat lijkt mij een goede ontwikkeling, zeker als dit samengaat met persoonlijke contacten tussen vrijwilligers in het parochieverband. De schaalvergroting ligt dan in de lijn van het groter leefgebied, dat we ook in de maatschappelijke ontwikkelingen zien. Tegelijk kan de grootschaligheid de nabije presentie in en rond de parochiecentra bevorderen.