Onderwerpen |
Kansen (september 2002)In het voorbije werkjaar heb ik een aantal artikelen geschreven over de hobbels en weerstanden, die we onderweg naar 2010 tegenkomen, als we willen toe groeien naar een nieuw missionair parochiepastoraat. Het riep bij een aantal mensen de reactie op: als er zoveel weerstanden zijn, waar beginnen we dan aan? Kun je niet beter positief aangeven, waarom het zo aantrekkelijk is, samen op weg te gaan naar 2010? Wat voor kansen en mogelijkheden liggen er om te getuigen van de Blijde Boodschap die ons door de Heer heeft toevertrouwd? Ik wil de komende tijd graag op deze vragen ingaan. Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer positieve kansen zijn dan weerstanden en hobbels. Als we deze positieve kansen zien, wordt het ook de moeite waard om de weerstanden te overwinnen. In dit 'Torontonummer' wil ik stilstaan bij de kansen voor het jongerenpastoraat. In elke parochie komt telkens de vraag terug: hoe krijgen we contact met jongeren? In de tijd van de basisschool en rond het sacrament van her H. Vormsel is er contact met een grote groep jongeren. Maar daarna blijft er weinig contact over. Veel parochies hebben een groep acolieten. In een aantal parochies is er een jongerenkoor, veelal geworden tot een 'jongvolwassenenkoor'. Maar hoe bereik je al die andere jongeren? Deze vraag wordt vaak gesteld met een gebaar van onmacht: we willen wel, maar we weten niet hoe het aan te pakken. Het gevoel van onmacht zal in de meeste parochies blijven, als ze het in hun eentje willen oplossen. Want niet elke parochie kan voldoende enthousiaste en bekwame vrijwilligers vinden, om het jongerenpastoraat op te zetten. Niet elke parochie heeft geschikte ruimte, waar jongeren zich thuis voelen. Niet elke parochie zal voldoende respons van jongeren krijgen, die op een aanbod in willen gaan. Zo blijven we zitten met gevoelens van onmacht. Maar waar afzonderlijke parochies niet kunnen, wordt mogelijk als parochies gaan samenwerken. In een breder parochieverband wordt het wel mogelijk om een aantal goede vrijwilligers te vinden. In een parochieverband kan er vast wel een ruimte gevonden worden die geschikt is voor jongeren. Vaak zal er in een parochieverband al een parochie zijn, waar jongerenpastoraat tot ontwikkeling gekomen is. De andere parochies hoeven dit niet over te nemen, maar kunnen zich daarbij aansluiten. Voor de jongeren is dit geen probleem, die kennen geen parochiegrenzen. In het dagelijks leven van school, sport en ontspanning, van vriendenclubs en gsm-contacten, overschrijden ze voortdurend de grenzen van de eigen wijk, waar ze wonen. Binnen een parochieverband kan een kerkcentrum een eigen identiteit profileren als centrum van jongerenpastoraat binnen het parochieverband. In dit centrum is er ruimte, waar jongeren zich thuis voelen en waar verschillende activiteiten met jongeren ontwikkeld kunnen worden. De kerkruimte van dit centrum kan ook de plaats zijn waar regelmatig de liturgie gevierd wordt met het jongerenkoor. Te denken valt ook aan meditatieve vieringen volgens Taize. In feite zien we al hoe een aantal buurtparochies heeft samengewerkt om jongeren uit te zenden naar Rome en Toronto voor de Wereldjongerendagen. Men heeft samen een voorbereidingsprogramma opgezet, niet alleen inhoudelijk maar ook met allerlei sponsoractiviteiten, om deze reizen financieel mogelijk te maken. Ook na Rome en Toronto blijven de deelnemende jongeren samenkomen. We zijn van plan om op bisdomniveau regelmatig jongerenbijeenkomsten te organiseren zoals Expedition voor vormelingen en samenkomsten van Toronto-gangers. Andere initiatieven zijn in de maak. Deze activiteiten worden georganiseerd om impulsen te geven aan het jongerenpastoraat in de parochies. Een centrum voor jongerenpastoraat in het parochieverband kan een goede plaats zijn waar met deze impulsen vruchtbaar kan worden gewerkt. In het zojuist verschenen Informatieboekje Jongerenpastoraat 2002-2003 met als titel 'Jan en alleman' ter nagedachtenis aan 'jongerenbisschop' Jan Niënhaus, wordt een overzicht gegeven van alle centra van jongerenwerk en jeugdpastoraat. Wat zal het goed zijn als in het Informatieboekje van 2010 ook vermeld kan worden dat er in ons bisdom 45 parochiële centra zijn voor jongerenpastoraat. Bisschop Niënhaus zou hiervoor tekenen. |
Samen op weg naar 2010 |