Missionaire Geloofsgemeenschappen

Het Evangelie is bedoeld voor alle mensen in onze huidige samenleving, niet alleen voor de kerkgangers. Zoals in het begin zendt de verrezen Heer ook ons: "Ga, en maak alle volkeren tot leerling: doop hen in de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest, en leer hun alles onderhouden, wat Ik jullie geboden heb" (Matteus 28, 19-20). Om missionair te kunnen zijn, is het van levensbelang dat wij zelf "alles onderhouden", wat de Heer ons "geboden" heeft. Wat dit betekent, zien we aan de eerste christengemeenschap.

  • We moeten een biddende gemeenschap zijn. Het gezamenlijk gebed kan ons telkens ontvankelijk maken voor de heilige Geest. We zullen oude en nieuwe vormen van gebed moeten bevorderen: gebeds- en meditatievieringen, het Getijdengebed, het rozenkransgebed, open kerken, enz. In het hart van het gemeenschapsleven staat de viering van de Eucharistie. "De eucharistie is immers de bron en het hoogtepunt van het leven van de kerk en van elke parochie". (Meewerken in het pastoraat 1999, pag 11) In zijn brief over "Eucharistie en andere vieringen" (Analecta 1999), geeft de bisschop suggesties en aanwijzingen voor het gebedsleven en de Eucharistie in de plaatselijke geloofsgemeenschap.
  • "In alle vrijmoedigheid" wordt Gods Woord verkondigd (Handelingen 4,29). We kunnen Gods Woord verkondigen, als we regelmatig gevoed worden met Gods Woord. In catechese en verkondiging zal er veel aandacht zijn voor de inhoud van ons geloof. Er is onder ons nog veel sprakeloosheid. In zijn halfjaarlijks verschijnende brieven brengt onze bisschop inhoudelijke thema's ter sprake. In de komende tijd zullen er van bisdom-zijde pastorale handreikingen verschijnen ter ondersteuning van de parochiecatechese. De kursus "Geloven Nu" wordt al op veel plaatsen gebruikt.
  • Onze plaatselijke geloofsgemeenschappen moeten "één van hart en ziel" zijn met de bereidheid om te delen, zodat niemand gebrek hoeft te lijden (Handelingen 4, 32-34). Met name zal er solidariteit zijn met de kansarmen, met allen"die gebrek lijden".

Als we ons gemeenschappelijk christen-zijn zó beleven, dan moeten we het ook laten zien: "Laat zo jullie licht schijnen voor de mensen", houdt Jezus ons voor, "opdat ze jullie goede werken zien en jullie Vader in de hemel verheerlijken", (Matteus 5,16). Het getuigenis van ons gemeenschapsleven kan ondersteund worden door het getuigenis met woorden "altijd bereid tot verantwoording aan ieder die rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft". (1 Petrus 3,15).

Anderzijds moeten we beseffen, dat er in onszelf nog veel ongeloof is, terwijl we bij buitenstaanders vaak tekenen van Gods aanwezigheid zien. In de missionaire dialoog stralen we niet alleen licht uit, maar kunnen we ook licht ontvangen. We verwijzen naar het missionair project "Ontmoetingen aan de grens".